De Goede Boodschap

De Goede Boodschap brengen (2 Koningen, Jesaja en Mattheüs)

Regelmatig staat Facebook vol met berichten van vakanties van ‘vrienden’: natuurschoon, gezelligheid met anderen en genietend op een terras. De goede boodschappen die wij en anderen om ons heen zien zijn gevuld met genot en plezier. Toch zijn dit niet alle berichten die we op ons netvlies krijgen:

De beelden uit het nieuws zeggen ons genoeg. Maar als we het hebben over moeilijkheden hoeven we niet alleen maar te denken aan landen waar sprake is van natuurgeweld bijvoorbeeld. Ook in onze eigen omgeving leven mensen die worstelen met bijvoorbeeld eenzaamheid, ziekte, een beperking, gemis en zijn er mensen die onzeker zijn over hun toekomst. Wanneer we serieus naar onszelf en onze naasten dichtbij kijken dan zien we dat ieder op een bepaalde manier leed met zich meedraagt. Misschien gaat u nu wel door een donkere tijd heen? Wat kan een goede boodschap in zo’n duistere tijd dan brengen? Hoe gaan wij om met de Boodschap uit Gods’ Woord? Laten we eens kijken naar drie teksten in de Bijbel waar gesproken wordt over een goede boodschap die gebracht wordt in een moeilijke tijd.

Honger in Samaria

In het eerste verhaal zijn we vlakbij Samaria: in het veld zijn vier melaatse mannen. Ze zijn er slecht aan toe: de stad is belegerd door Syriërs waardoor er ernstige hongersnood is, de honger in het veld is waarschijnlijk nog groter. De wanhoop is zo groot dat ze besluiten om naar het kamp van de vijand te gaan. Als ze daar zijn, blijkt dat er iets ondenkbaars is gebeurd: de vijand is weggevlucht en heeft alle bezittingen achter gelaten. De mannen doen zich tegoed aan al het eten en drinken. Dan realiseren ze zich dat dit een dag van blijde boodschap is. Ze besluiten om het goede nieuws in de stad te gaan verkondigen. U kunt het verhaal nalezen in 2 Koningen 7.

Jeruzalem verwoest

Jaren later spreekt Jesaja over een tijd van beleg en verwoesting over Jeruzalem. Daarna zal echter een periode van verlossing en vertroosting aanbreken. Deze wordt verkondigd door een vredebode (hoofdstuk 52:7): ‘Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten van hem die het goede boodschapt, die vrede laat horen, die tegen Sion zegt: Uw God is Koning.’ De boodschapper kondigt vrede aan. In een geestelijke tijd van vrede zal er geen vijandschap zijn waardoor haat, ziekte en dood zullen verdwijnen (zie bv. hoofdstuk 25:8-9 en 33: 24). In eerste instantie gaat het hier om een verlossing uit de hopeloze aardse situatie, maar tegelijk ziet Jesaja vooruit naar de tijd van de geestelijke verlossing door Koning Jezus.

Overheersing door Romeinen

In de tijd waar het nieuwe Testament over schrijft wordt het land overheerst door de Romeinen. Hier lezen we dat Jezus tegen zijn discipelen zegt: ‘Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Ga dan heen, onderwijst al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat ik u geboden heb, in acht te nemen. En zie ik ben met u al de dagen, tot aan de voleinding van de wereld. Amen (Mattheüs 28: 18-20).’ We weten dat Jezus het in eerste instantie niet heeft over de overheersing door de Romeinen, maar over Zijn macht over elke vorm van heersende duisternis. De discipelen mogen als ambassadeurs of boodschappers van Jezus Zijn Koninkrijk verkondigen totdat Hij terugkomt.

De boodschap in onze tijd

Als volgelingen van Jezus is het ook onze taak om de boodschap van God zo goed mogelijk te vertegenwoordigen op deze aarde. Die boodschap is dat Gods’ liefde de mensen opzoekt door het zenden van Zijn Zoon. Door Zijn dood is er geen scheiding meer tussen God en mensen zodat we weer bij Hem mogen komen en Zijn licht mogen zien.

Welke betekenis heeft die boodschap in ons eigen leven en brengen we die aan anderen zodat het aansluit aan hun leven en kan landen? Kijk daarvoor nog eens naar de genoemde teksten: hier werd de boodschap gebracht in een duistere tijd van overheersing door andere volken. Ken de heersers van onze tijd: natuurgeweld, terreurdreiging, verlangen naar macht, geld en succes, zorgen, pijn en verdriet.

Vragen

Probeer vanuit dat besef antwoord te geven op de volgende vragen:

  • Hoe gaat u in uw eigen leven hiermee om? Welke rol speelt uw geloof als goede boodschap daarbij?
  • Welke pijn en nood ziet u in uw directe omgeving? (denk aan vrienden, familieleden, collega’s, etc.).
  • Als u worstelt met vraag 1 is het waarschijnlijk goed om anderen daarbij te raadplegen, maar schroom ook niet om uw nood uit te storten bij onze God die ook Uw God wil zijn.
  • Als u deze vraag positief kunt beantwoorden mag u dankbaar zijn voor het licht van Christus wat uw hart verlicht en hoop ik dat u een ander deze verlichting ook gunt en nabij wilt zijn.

Toon vanuit de basis van liefde interesse voor de ander: vraag hoe het met hem of haar gaat, breng tijd met hem of haar door en wees de ander nabij. Vanuit het echte ‘kennen en liefhebben van de ander’ ontstaat vertrouwen om vanuit onze relatie met de Heer de prachtige Boodschap uit te spreken. Vertrouw erop dat Hij ons door Zijn Woord en door het gebed laat weten wat we moeten doen en zeggen: u zult er zelf ook door gezegend worden!

(Eerder opgenomen in het Huizer Kerkblad, 85e jaargang, 15 september 2017, No 35)